Op de dag voordat we Boedapest zouden verlaten werd ik overweldigd door een heel sterke emotie. We hadden drie maanden in Hongarije kerkenwerk gedaan en zomaar opeens kreeg ik het gevoel dat ik nooit meer in straten van Boedapest zou lopen.We woonden van 2004-2009 in Boedapest en deden er christelijk werk. Sindsdien zijn we elk jaar een paar maanden teruggekeerd.
OPNIEUW IN BOEDAPEST
Daarom verraste dit gevoel me. Ik dacht er niet meer aan, totdat ik dit jaar opnieuw door de straten van Boedapest liep. Gevoelens kunnen dus behoorlijk onbetrouwbaar zijn! Ze houden soms onze gedachten voor de gek en beïnvloeden ons gedrag.
REGELRECHTE LEUGEN
Misschien is het meest vervelende gevoel dat we (soms) hebben wel het gevoel dat God ons in de steek heeft gelaten of ons vergeten is. Het is een veel voorkomende reactie als we met verwarrende problemen worden geconfronteerd. Maar het is een regelrechte leugen uit de hel!
Nooit, nooit, nooit zal Hij ons verlaten of in de steek laten. Hebreeën 13:5 Dat is een feit, geen gevoel.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bijbelstudie: geloof versus gevoel
1. Lees de twee Bijbelgedeeltes hieronder, beide geschreven door David. Wat laten deze teksten ons zien over geloof versus gevoel?
Psalm 13:2:
Hoelang nog, HEERE? Zult U mij voor altijd vergeten? Hoelang zult U Uw aangezicht nog voor mij verbergen?
Psalm 139:7-12:
Waar kan ik Uw Geest ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten? Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar. Nam ik vleugels van de dageraad, woonde ik aan het einde van de zee, ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden. Zei ik: Ja, duisternis zal mij opslokken! – dan is de nacht een licht om mij heen. Zelfs de duisternis maakt het voor U niet duister, maar de nacht licht op als de dag, de duisternis is als het licht.
2. Welke aanvullende inzichten geven de onderstaande teksten over geloof versus gevoel?
2 Korinthe 1:8-11: Want wij willen niet, broeders, dat u geen weet hebt van onze verdrukking, die ons in Asia overkomen is: dat wij het uitermate zwaar te verduren hebben gekregen, boven ons vermogen, zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten. Ja, wij hadden voor ons eigen besef het doodvonnis zelf al ontvangen, opdat wij niet op onszelf zouden vertrouwen, maar op God, Die de doden opwekt. Hij heeft ons uit zo'n groot doodsgevaar verlost, en Hij verlost ons nog. Op Hem hebben wij de hoop gevestigd dat Hij ons ook verder verlossen zal, terwijl u ons ook mede te hulp komt door het gebed, opdat door velen dankzegging voor ons gedaan wordt voor de genadegave die door velen tot ons is gekomen.